Halifax W7877
(uit de archieven van de Stichting Heemkunde Markelo)
In de nacht van 1 op 2 maart 1943 (00.45 uur) stortte, tijdens de raid op Berlijn, een bommenwerper neer nabij boerderij Kooymans, Tichelweg 5. (In de hoek van de Tichelweg en de Stokkumerweg).
Dit toestel, de Halifax BII W7877 TL-O, was om 18.24 uur (Engelse tijd) vanaf vliegbasis Graveley opgestegen. Het behoorde tot het 35e squadron, dat deel uitmaakte van de Pathfinder Force en werd gevlogen door Squadron-Leader Peter C. Elliott, die was begiftigd met het Distinguished Flying Cross (D.F.C.), een hoge onderscheiding voor vliegeniers.
De Pathfinder Force was een soort elitegroep die bij grootscheepse aanvallen voor de hoofdmacht uitstevende en het aanvalsobject met doel-markeerders verlichtte.
Hoewel de bommenwerpers in de regel in formatie hun opdrachten uitvoerden, waren de machines die, omdat ze door vijandelijk vuur waren getroffen, niet in staat waren hun plaats in de formatie te behouden, gedoemd om op eigen gelegenheid hun thuisbasis terug te vinden.
De Halifax W7877 was echter zodanig geraakt door een Duitse nachtjager bemand met piloot Geiger, dat het in Stokkum neerstortte, waarbij jammer genoeg de hoogst geheime ground scanning radarset H2S bijna ongeschonden in Duitse handen viel, waarn ahet werd doorgestuurd naar Telefunken Werke Berlijn voor research en evaluatie. (Dit speelde een grote rol om de Luftwaffe te helpen met de ontwikkeling van een tegenmaatregel, genaamd de Naxos radar detector).
De rest van het vliegtuig versplinterde volledig; de stukken van het vliegtuig en de bemanning hingen in de boomtakken. Eén van de motoren kwam wel 500 meter verderop terecht.
Slechts één man, navigator Flight Sergeant G.C.H. Chandler, overleefde de ramp. Hij werd door de Duitsers gevangen genomen en belandde in het kamp Kopernikus.
De overige zes inzittenden kwamen om het leven. Vijf mannen konden worden geïdentificeerd aan de hand van portefeuille-inhoud en zakboekjes.
De bommenrichter Sergeant R.V. Ledger werd als vermist aangemerkt. Vermoedelijk zijn zijn stoffelijke resten ongemerkt terechtgekomen in de overige vijf kisten.
Bij de begrafenis werden de kisten door de buurtbewoners van de Stokkumerweg gedragen, de Duitsers waren aanwezig met een vuurpeleton bestaande uit 4 man om een eresaluut te brengen en diverse hoogwaardigheidsbekleders, waaronder burgemeester Korthals Altes, betoonden door hun aanwezigheid hun medeleven.
Aanvulling: In het uitgebreide rapport over de begrafenis, ontvangen via nabestaanden van Flight Sergeant Sankey (zie verder op deze website), staat vermeld, dat bij de begrafenis 2 vliegeniers nog niet geïdentificeerd waren. Uit nader onderzoek blijkt, dat deze in 1946 opgegraven en alsnog geïdentificeerd zijn door een speciaal RAF-identificatieteam.